Minimumloon in april omhoog naar 780 euro bruto

Het minimumloon in Griekenland stijgt op 1 april van 713 naar 780 euro bruto per maand. Dat heeft premier Kyriakos Mitsotakis vandaag aangekondigd.

Het netto inkomen zal na de verhoging uitkomen op 667 euro. “We zijn ons er allemaal van bewust dat de salarissen in ons land nog steeds laag zijn, terwijl geïmporteerde inflatie ze extra onder druk zet”, zei Mitsotakis tijdens een toespraak op de Griekse televisie.

“Het is duidelijk dat deze nieuwe stijging het probleem niet zal oplossen. Maar het zal zeker een heel belangrijke verlichting bieden”, aldus de premier, die zei dat ongeveer 600.000 werknemers zullen profiteren van de verhoging.

Werkloosheidsuitkeringen en alle andere uitkeringen die zijn gekoppeld aan het minimumloon stijgen mee.

Het is de derde keer in iets meer dan een jaar tijd dat de Griekse regering het bruto minimumloon verhoogt. In 2019 bedroeg het minimumloon in Griekenland nog 650 euro. Het minimumloon in Griekenland blijft nog altijd ver achter bij de meeste andere landen van de Europese Unie.

Verkiezingen

De verhoging van het minimumloon wordt gezien als een poging van de conservatieve regering om sympathie te winnen. Dit voorjaar worden er verkiezingen gehouden en Mitsotakis’ partij Nea Dimokratia krijgt zware kritiek vanwege het treinongeluk waarbij 57 doden vielen.

De premier ligt zelf onder vuur vanwege het schandaal waarbij politici, hooggeplaatste militairen en journalisten werden afgeluisterd door de Griekse inlichtingendienst (EYP) via spyware op hun smartphone.

GSEE: verhoging is niet voldoende

Vakbond GSEE zegt dat de verhoging van het minimumloon niet voldoende is voor de armste werknemers om in hun basisbehoeften te voorzien. Volgens GSEE moet het minimumloon 60 procent van het mediane salaris bedragen, ofwel 826 euro. Ook moet en rekening worden gehouden met de inflatie.

Een grote meerderheid van het Europees Parlement stemde in september vorig jaar voor een richtlijn die een Europese standaard voor het wettelijk minimumloon instelt. Dat zou neerkomen op 60 procent van het mediane loon in het land (dat is gelijk aan het middelste van alle inkomens) of 50 procent van het gemiddelde loon. Zo’n richtlijn is niet bindend.