Bij opgravingen in Israël hebben archeologen een edelsteen gevonden met een portret van Alexander de Grote. Waarschijnlijk werd de steen zo’n 2300 jaar geleden in een ring gedragen.
Hoewel de edelsteen slechts een halve centimeter groot is, is het gezicht van Alexander toch heel duidelijk te zien. “De keizer ziet er jong en krachtig uit. Hij heeft een sterke kin, een rechte neus en lang, krullend haar met daarin een diadeem”, omschrijft één van de vinders het portret.
Alexander de Grote liet door zijn hele rijk, dat zich uitstrekte van Griekenland tot aan India, afbeeldingen van zichzelf achter om zijn onderdanen aan zich te binden.
Over de hele wereld zijn ongeveer dertig van dit soort beeltenissen bekend, maar het is bijzonder dat zo’n duur en verfijnd object wordt aangetroffen in wat de periferie van het rijk van Alexander de Grote was. Tel Dor, de stad waar de steen werd gevonden, werd waarschijnlijk rond 330 voor Christus ingenomen door Alexander.