Het Griekse Ministerie van Cultuur heeft plannen onthuld voor de bouw van een nieuw archeologisch museum op het Ionische eiland Lefkada.
Het huidige archeologisch museum is gevestigd in een vleugel van het plaatselijke gemeentelijke culturele centrum. Maar vanwege de beperkte ruimte is daar slechts een klein aantal voorwerpen te zien die op het eiland zijn gevonden.
De oudheden komen uit de periode van het midden-neolithicum (5800-5300 voor Christus) tot 1864, toen Lefkada onderdeel werd van de Griekse staat.
Het nieuwe museum krijgt een permanente tentoonstellingsruimte, een multifunctionele ruimte voor tijdelijke exposities, een multimediazaal, ruimtes voor educatieve programma’s en opslag voor artefacten. Ook komen er een een bibliotheek-archief, een infobalie, museumwinkel en cafetaria.
Op de binnenplaats van het nieuwe museum zal een openluchttentoonstelling te zien zijn van stenen artefacten, die momenteel zijn opgeslagen in magazijnen op het eiland.
Jarenlange droom
“Dit nieuwe museum, een jarenlange droom van de lokale gemeenschap, wordt een centrum van educatie en amusement, een plaats van studie en promotie van de geschiedenis van Lefkada”, zei Cultuurminister Lina Mendoni.
De grond waar het nieuwe museum moet verrijzen is beschikbaar gesteld door het Griekse ministerie van Financiën. Het perceel is 3812 vierkante meter groot en ligt bij de hoofdstad van het eiland, niet ver van het KTEL-busstation en de jachthaven.
De kunstwerken werden op 9 januari 2012 ontvreemd uit het museum, tijdens een kraak die slechts 7 minuten duurde. Het ging onder andere om een kubistisch schilderij van een vrouwelijk hoofd van Pablo Picasso uit 1939 (dat de schilder in 1949 schonk aan de Grieken wegens hun verzet tegen de nazi’s) en een olieverfschilderij van een molen dat in 1905 werd gemaakt door Piet Mondriaan.
De Griek werd in 2021 gearresteerd en bekende toen de diefstal van de twee schilderijen en een religieuze tekening van de 17e-eeuwse Italiaanse kunstenaar Guglielmo Caccia (Moncalvo). Hij wees de politie de plek gewezen waar hij de schilderijen van Picasso en Mondriaan al die tijd verborgen hield. De werken werden aangetroffen in een bos in Keratea, in het oosten van Attica.
Onvoldoende beveiligd
De kunstdief, die zegt dat hij als schilder werkt in de bouw, beweerde dat hij de drie werken had gestolen uit liefde voor kunst en dat hij niet had verwacht dat het zo gemakkelijk zou zijn om ze te stelen. Daarbij verwees hij naar de veiligheidsmaatregelen in het museum die onvoldoende zouden zijn geweest. De poging om nog een schilderij van Mondriaan (Landschap uit 1905) te stelen uit het museum, mislukte.
Schets van Guglielmo Caccia uit de 17e eeuw
De schets van Moncalvo werd na de roof beschadigd teruggevonden, terwijl de dader beweerde dat het werk was vernietigd nadat hij zijn bebloede hand ermee had af geveegd. Jurist en kunstverzamelaar Stelios Garipis vertelde de rechtbank echter dat de tekening was getraceerd in Florence, waar ze te koop was aangeboden maar nooit werd verkocht.
‘Lid van internationale bende’
Garipis verklaarde ook dat hij niet gelooft dat de beklaagde in de bouw werkt. “Hij is lid van een internationale bende. Een Nederlandse detective nam contact met me op en vertelde me dat hij veel informatie over hem heeft. Het was geen toeval dat er twee werken werden teruggestuurd”, zei hij.
De Nederlandse kunstdetective Arthur Brand vertelde in 2021 aan De Telegraaf dat de kunstdief vanuit Nederland heeft geprobeerd om de Picasso en Mondriaan te verkopen aan partijen in Duitsland. “Hij had een sterke connectie met Nederland en verbleef hier vaker”, zei Brand toen.
Het schilderij van Picasso heeft een waarde van 2 miljoen euro, de Mondriaan is gewaardeerd op 200.000 euro en de tekening van Moncalvo op 1000 euro, vertelde Eftichia Agathonikou, directeur collecties van de National Gallery, aan de rechtbank. Ze zei ook dat de werken schade hebben opgelopen die niet met het blote oog te zien is.
Het voormalige koninklijk paleis in Tatoi zal in 2025 toegankelijk zijn voor het publiek. Dat heeft minister van Cultuur Lina Mendoni gezegd in een interview met Real FM-radio, een dag na de begrafenis van voormalig koning Constantijn II op het landgoed.
“In 2025 heeft het publiek toegang tot de oude paleizen” , zei ze. “De volledige restauratie van het landgoed zal dan nog niet zijn voltooid. Maar sommige onderdelen, zoals de verbouwing van de stallen van koning George I en het paleis tot museum, zijn dan wel afgerond. Ook de infrastructuur zal helemaal af zijn.”
In 2019 kondigde de Griekse regering aan dat het 10.000 hectare grote landgoed Tatoi, 27 kilometer ten noordwesten van Athene, in zijn oude glorie zal worden hersteld. Volgens de plannen moet het aantrekkelijk worden gemaakt voor bezoekers door er een museum, klein hotel en modellandbouwbedrijf te vestigen. De historische identiteit van de gebouwen moet daarbij behouden blijven.
Deel landgoed verwoest door bosbrand
Tatoi ligt op een helling van de berg Parnitha, in een gebied met bossen, rivieren en een grote verscheidenheid aan flora en fauna. In augustus 2021 werd een aanzienlijk deel van het landgoed verwoest door een bosbrand en sindsdien ligt het er verlaten bij. Het voormalige zomerpaleis werd ook al beschadigd door branden in 1916, 1945 en 1974.
Het landgoed werd in 2003 door de Helleense Vereniging voor de Bescherming van het Milieu en het Cultureel Erfgoed op de lijst van natuurreservaten geplaatst en in 2013 werd Tatoi door Europa Nostra erkend als een van de meest bedreigde locaties in Europa. Het is ook onderdeel van het Natura 2000-netwerk.
Zomerverblijf Griekse koninklijke familie
Tatoi was het zomerverblijf van de Griekse koninlijke familie. Op het terrein staan 40 monumentale gebouwen, tuinen en stallen. De geschiedenis van het landgoed gaat terug tot aan het einde van de 19e eeuw. De Griekse koninklijke familie kocht het in de jaren 1870. Op het terrein liggen diverse leden van de koninklijke familie en staatshoofden begraven.
In de loop van de 20e eeuw is het Tatoi-paleis enkele keren van eigenaar gewisseld. Sinds de oprichting van de Derde Helleense Republiek in 1974 is het landgoed publiek eigendom. De conservatieve regering van Konstantinos Mitsotakis, de vader van de huidige premier Kyriakos Mitsotakis, introduceerde een wet die 400 hectare land, inclusief alle hoofdgebouwen, teruggaf aan de voormalige koninklijke familie van Griekenland.
In Athene is een nieuw museum geopend dat een kijkje biedt in de geschiedenis van het Griekse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het museum is gevestigd in het huis van generaal Napoleon Zervas, leider van de Nationale Republikeinse Griekse Liga (EDES).
Het huis met twee verdiepingen, dat oorspronkelijk eigendom was van de Zervas’ vrouw Aikaterini, bevindt zich in de wijk Metaxourgeio op Kallergistraat 9.
In het museum zijn persoonlijke eigendommen, het persoonlijke archief van Zervas (met veel foto’s) en het archief van EDES te vinden. De collectie werd 14 jaar geleden door de familie Zervas aan het Oorlogsmuseum van Athene geschonken.
Gorgopotamos
Het museum werd officieel geopend op 25 november, op de 80ste verjaardag van een van de eerste grote sabotagedaden tijdens de Duitse bezetting van Griekenland: het opblazen van de zwaarbewaakte Gorgopotamos-spoorbrug bij Lamia. De actie was het begin van gewapend verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en heeft het aanzien van het ontluikende verzet enorm vergroot.
De Nationale Republikeinse Griekse Liga van Zervas, het Griekse Volksbevrijdingsleger (ELAS) en de Britse commando’s van de Special Operations Executive (SOE) waren verantwoordelijk voor de operatie bij Gorgopotamos. De Britten prezen de rol van Zervas, terwijl ze de bijdrage negeerden van de linkse ELAS-troepen, die in de meerderheid waren.
Napoleon Zervas
Napoleon Zervas werd op 17 mei 1891 geboren in Arta. Na het afronden van de middelbare school in 1910 meldde hij zich als vrijwilliger voor de 2e Infanterie Divisie, later volgde hij de militaire academie.
Napoleon Zervas
Zervas was een Venizelist en in 1916 één van de eersten die zich aansloot bij de Venizelistische Beweging van Nationale Defensie in Thessaloniki. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij in vele veldslagen aan het Macedonische front. Na de nederlaag van de liberale partij van Venizelos bij de verkiezingen van 1920 vluchtte Zervas naar Constantinopel. Pas na de revolutie van september 1922 keerde hij terug naar Athene en voegde zich weer bij het leger.
In september 1941, een paar maanden na het begin van de bezetting van Griekenland, richtte Zervas samen met andere Venizelistische legerofficieren en politieke figuren, de Nationale Republikeinse Griekse Liga (EDES) op. Een jaar later richtte hij in de bergen van Epirus de militaire tak van EDES op, de EOEA (Nationale Groepen Griekse Guerrillastrijders).
Na de Tweede Wereldoorlog richtte Zervas de Nationale Partij van Griekenland op en bij de verkiezingen van 31 maart 1946 werd hij gekozen in het Griekse parlement. Hij was in 1947 kort minister zonder portefeuille en minister van Openbare Orde in het kabinet van Dimitrios Maximos. In die functie gaf hij opdracht tot massale arrestaties van communisten.
Een paar jaar later liet Zervas zijn partij fuseren met de Liberale Partij en werd hij herkozen in het parlement. Van september 1950 – september 1951 was hij minister van Openbare Werken in het kabinet van Sophoklis Venizelos. Toen hij bij de verkiezingen niet werd herkozen, trok hij zich terug uit de politiek.
Het Huis van Mozaïeken in Sparta opende vorig jaar al zijn deuren voor het publiek, maar het museum met twee zeldzame Romeinse vloermozaïeken wordt op vandaag officieel in gebruik genomen.
De twee mozaïeken zijn gedateerd tussen het einde van de 3e eeuw en het begin van de 4e eeuw na Christus.
‘De ontvoering van Europa’ (2,06 x 2 meter) en ‘Orpheus betovert de dieren’ (1,40 x 1,13 meter) werden in 1872 en 1890 bij toeval ontdekt op privéterrein; één in de tuin en één in een wijnopslagruimte. Het pand werd door de staat gekocht en er werd een beschutting overheen gebouwd, waarna de mozaïeken in de vergetelheid raakten.
Twintig jaar geleden stuitte oud-minister Ioannis Varvitsiotis op de mozaïeken en hij stelde alles in het werk om ze aan het publiek tentoon te kunnen stellen. Met hulp van financiering door de Stavros Niarchos Foundation (in totaal 331.000 euro), de A.G. Leventis Foundation en de steun van het Ministerie van Cultuur kwam het Huis van Mozaïeken uiteindelijk tot stand.
Twee kleine gebouwen herbergen nu elk een mozaïek en bezoekers kunnen het complex gratis bezoeken.
De stad is een museum dat nooit sluit. Dat is het idee achter een nieuw online platform dat de bijzondere en onontdekte kanten van Athene moet belichten.
Op athens.withgoogle.com zijn (Engelstalige) audiowandelingen samengesteld die bezoekers de stad op een nieuwe manier laten beleven met behulp van Google Maps. Ook zijn Atheners te horen die hun favoriete plekken en verhalen delen die deel uitmaken van de stad. ‘Je kunt naar de stad ‘luisteren”, zei Steve Vranakis, uitvoerend directeur van Google Creative Lab voor Europa, tijdens de presentatie van het platform.
“Athene is een ongelooflijke plaats en staat bekend om zijn musea. Maar als we kijken naar wat een museum definieert, dan kunnen we zeggen dat de stad zelf al een museum is, Met de straatkunst, de restaurants met een eigentijdse keuken, het nachtleven en de locaties die een andere kant van de stad tonen en dat is wat we willen laten zien”, legde Vranakis uit.
“ Luisteren naar de ervaringen van mensen“
“Het gaat om luisteren naar de ervaringen van mensen – bijvoorbeeld naar de kunstenaars die de straatkunst hebben gemaakt en vertellen waarom ze dat deden en hoe ze willen dat het iets moois in de buurt brengt”, zei Vranakis.
De eerste wandeling de nu beschikbaar is, leidt de bezoeker door Metaxourgio, Keramikos, Psirri en eindigt op het Omonia-plein. Tijdens de route zijn mensen te horen die een integraal onderdeel zijn van die buurten en die ze hielpen bouwen. De route van 2,4 kilometer heeft 10 stops en de geschatte wandeltijd (inclusief audio) is 2 uur. Tegen het einde van het jaar zullen naar verwachting meer routes met audiowandelingen worden toegevoegd.
Het project “Athene. De stad is het museum” maakt deel uit van het strategische partnerschap van het Griekse ministerie van Toerisme met Google, dat in april 2022 werd gelanceerd om duurzaam toerisme te promoten.
Komende zomer opent in Athene een museum dat is gewijd aan Maria Callas. In 2023 is het 100 jaar geleden dat de grote Griekse sopraan werd geboren. Burgemeester Kostas Bakoyannis maakte het nieuws bekend tijdens een speciale ‘welkomstceremonie’ van 50 persoonlijke spullen van Callas, die door Konstantinos en Victoria Pylarinos aan de stad werden geschonken.
“Er is 45 jaar veel moeite, respect en liefde gestoken in het beschermen van deze collectie. Nu dragen we het over aan de gemeente Athene zodat het kan worden toegevoegd aan het museum en op de best mogelijke manier kan worden gebruikt”, zei Pylarinos.
Het Maria Callas Museum wordt gevestigd in een gerenoveerd neoklassiek gebouw – een voormalig hotel – aan de Mitropoleos-straat in het centrum van de stad. Er is historisch materiaal, audio-archieven, zeldzame opnames en een unieke verzameling platen en persoonlijke items van de zangeres te zien. Ook kunnen bezoekers via interactieve toepassingen het talent van Callas ervaren.
De plannen voor een Maria Callas-museum zijn niet nieuw. Al in 2014 kondigde Athene aan dat de operadiva een eigen museum zou krijgen. Toenmalig burgemeester Kaminis noemde dat ‘het minste wat de stad kan doen om de herinnering aan een grote zangeres levend te houden’.
Volgend jaar – haar honderdste geboortejaar – komt er ook een film uit over Maria Callas, getiteld “Maria”. Angelina Jolie zal de operadiva vertolken in de biopic van de Chileense regisseur Pablo Larrain. De film vertelt het tumultueuze, mooie en tragische verhaal van het leven van ’s werelds grootste operazangeres, herbeleefd en opnieuw verbeeld tijdens haar laatste dagen in het Parijs van de jaren 70.
La divina
Maria Kalogeropoulos, zoals haar volledige naam luidde, werd in 1923 geboren in New York. In 1937 keerde ze met haar moeder terug naar Griekenland en volgde een zangopleiding in Athene. In 1938 gaf Callas haar eerste openbare optreden en ze ontpopte zich binnen tien jaar tot een operadiva met de bijnaam la divina (de goddelijke).
Callas schitterde vooral in de grote rollen van de negentiende-eeuwse Italiaanse opera’s. Vanaf 1965 trok de zangeres zich geleidelijk aan uit de operawereld terug en verbleef zij in haar appartement in Parijs. Tussen 1959 en 1968 had Maria Callas een verhouding met de Griekse scheepsmagnaat Aristoteles Onassis, die haar aan de kant zette voor Jacqueline Kennedy – de weduwe van de Amerikaanse president John F. Kennedy.
Ze stierf in 1977 in haar appartement in Parijs op 53-jarige leeftijd aan een hartaanval. Na een herdenkingsdienst in de Grieks-Orthodoxe kerk van Parijs, werd haar lichaam gecremeerd op de begraafplaats Père Lachaise. De urn werd na een dag gestolen en twee dagen later weer teruggevonden. In 1979 werd de as van Callas – volgens haar eigen wens – uitgestrooid bij het eiland Skorpios in de Ionische Zee.
Twee kleine marmeren beeldjes van een zittende Eros worden voor het eerst aan het publiek getoond. Ter herdenking van de ramp in Klein-Azië, dit jaar 100 jaar geleden, worden ze uit de opslag van het Nationaal Archeologisch Museum in Athene gehaald en tijdelijk tentoongesteld.
De Eros-beeldjes waren oorspronkelijk een decoratie op een weelderige tombe die was besteld bij het legendarische beeldhouwatelier van Dokimeio, in de buurt van Afyonkarahisar in het westen van Turkije.
Ze werden in 1883 gekocht door de Archeologische Vereniging van Athene in een antiekwinkel in Smyrna (het huidige Izmir) en worden sinds het einde van de 19e eeuw in het museum bewaard.
De expositie van de twee beeldjes is onderdeel van het ‘Unseen Museum’-programma, waarin het Nationaal Archeologisch Museum stukken uit de enorme collectie van het museum worden afgewisseld. De Eros-beeldjes zijn tot 19 december te zien in het museum.
Het voormalige woonhuis van de dichter Yiannis Ritsos in Monemvasia wordt een gemeentelijk museum. Het Griekse ministerie van Cultuur maakte dat deze week bekend.
Het huis van de dichter bevindt zich in het kasteel van Monemvasia in Laconia. De woning zal worden omgebouwd tot een modern, interactief museum dat gewijd is aan het leven van Ritsos en de relatie met zijn geboorteplaats Monemvasia, die veel van zijn werk inspireerde.
Yiannis Ritsos (1909-1990) wordt beschouwd als een van de grootste hedendaagse dichters en denkers van Griekenland. Hij was een actief lid van het Griekse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ritsos werd meerdere malen genomineerd voor de Nobelprijs voor Literatuur, maar won nooit. Wel won hij in 1975 de Internationale Lenin-Vredesprijs.
Ritsos staat onder meer bekend om zijn politiek getinte werken, waaronder het beroemde ‘Epitaphios’ (1936) dat in 1960 op muziek is gezet door Mikis Theodorakis. Hoewel hij er een hekel aan had om als politiek dichter te worden beschouwd, werd hij wel ‘de grote dichter van Grieks links’ genoemd.
Ruim 20 jaar stond ze in de opslag van een museum vanwege ruimtegebrek, maar nu wordt de bijzondere Koré van Thira voor het eerst getoond aan het publiek.
Het marmeren vrouwenbeeld uit de 7e eeuw voor Christus is te zien op een tijdelijke expositie in het Archeologisch Museum van Thira op Santorini. De tentoonstelling werd gisteren geopend door Cultuurminister Lina Mendoni. Ook president Katerina Sakellaropoulou was daarbij aanwezig.
De Koré van Thira werd in november 2000 ontdekt op de Sellada-begraafplaats op Santorini door archeoloog Charalambos Sigalas, op een diepte van slechts 70 centimeter. Het 2.48 meter hoge en 750 kilo zware beeld van wit Naxos-marmer is gemaakt in Daedalische stijl.
Het standbeeld van een langharige vrouw gekleed in een lange Dorische sluier was waarschijnlijk een grafmonument op de begraafplaats van de oude stad Thera. De koré is nog bijna geheel intact. Alleen het puntje van haar neus en de rechter elleboog ontbreken.
Het is een van de weinige overgebleven werken van de oud-Griekse beeldhouwkunst die zijn gemaakt van steen. Soortgelijke beelden die in het verleden op het kerkhof werden gevonden, waren in veel slechtere staat.