De Griekse overheid heeft ruim 2000 archeologische sites, monumenten en musea verwijderd van de lijst met staatseigendommen die worden overdragen aan het privatiseringsfonds. Het besluit volgt op een protest van de Griekse Vereniging van Archeologen, die vreest dat het erfgoed van het land in de uitverkoop gaat.
“De culturele activa zijn vrijgesteld”, liet minister van Cultuur Myrsini Zorba weten in een persverklaring, die het ministerieel besluit over de zaak aankondigde. “Er zijn 2330 staatsactiva die beschermd worden door een wet en we kunnen het nu laten rusten.” De volledige lijst van de activa werd gepubliceerd op de website van het minsiterie.
De verkoop van staatseigendommen was een belangrijke eis van de internationale geldschieters bij het verstrekken van de steunprogramma’s aan Griekenland.
In september 2018 droeg Griekenland meer dan 10.000 openbare eigendommen over aan het privatiseringsfonds HRADF, een holdingmaatschappij die eigendom is van de Griekse staat. Op die lijst stonden het paleis van Knossos op Kreta, de archeologische vindplaats Aigai (Vergina), de koninklijke tomben van Koning Philip II van Macedonië en de Akropolis van Sparta, de witte toren van Thessaloniki en het graf van Leonidas. Ook honderden monumenten uit de Byzantijnse en Ottomaanse tijd werden overgedragen aan het fonds.
De regering ontkende herhaaldelijk dat archeologische sites en monumenten kunnen worden verkocht, maar dat stelde de archeologen niet gerust. In oktober vorig jaar legden medewerkers van het Cultuurministerie die werken bij Griekse staatsmusea en archeologische sites uit protest voor 24 uur het werk neer. Door de staking waren de Acropolis en andere populaire Griekse sites en musea de hele dag gesloten.