
Vier jonge Afghanen, die verdacht worden van brandstichting in vluchtelingenkamp Moria op Lesbos, staan vandaag voor de rechter.
In september vorig jaar werd het overbevolkte kamp Moria vrijwel geheel verwoest door meerdere branden. Die zouden uit protest zijn aangestoken toen de autoriteiten mensen die positief hadden getest op het coronavirus wilden isoleren.
Niet lang na de verwoestende brand in Moria werden zes jonge Afghaanse vluchtelingen opgepakt op verdenking van brandstichting. Twee van hen, die 17 jaar waren op het moment van de brand, zijn in maart veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Die straf zitten ze uit in een jeugdgevangenis op het Griekse vasteland.
Volgens Legal Centre Lesbos, een ngo die de verdediging van de twee jongens op zich nam, kregen ze geen eerlijk proces en was de zes uur durende rechtszaak gebrekkig. De verdachten beweerden dat ze niets met de brand te maken te hadden en niet in het kamp waren toen de brand uitbrak.
Niemand raakte gewond bij de brand in kamp Moria, maar bijna 13.000 vluchtelingen kwamen zonder onderdak te zitten. Een deel van hen werd ondergebracht in een tijdelijk tentenkamp bij Kara Tepe, dat deze winter meerdere malen overstroomde. Een permanent, menswaardiger kamp op Lesbos zou in september dit jaar klaar moeten zijn. Maar de bouw is nog niet begonnen.