De Griekse slachtoffers van het bloedbad van Distomo hebben het recht om ter compensatie beslag te leggen op Duitse bezittingen in een ander Europees land. Dat heeft het Hooggerechtshof in Italië deze week bepaald.
Op basis van deze uitspraak claimen de 296 eisers (overlevenden en familieleden van de slachtoffers van de nazi-gruweldaad tijdens de Tweede Wereldoorlog) minstens 25 miljoen euro schadevergoeding. Dit bedrag zou kunnen worden betaald uit de inkomsten van een Italiaans bedrijf dat goederenvervoer per spoor verzorgt en dat grotendeels in handen is van de Duitse spoorwegmaatschappij Deutsche Bahn.
Griekse rechtbank oordeelde al in 1997 dat de slachtoffers recht hebben op een schadevergoeding, maar ministers van Justitie hebben tot dusver geweigerd om het vereiste besluit tot confiscatie uit te vaardigen.
In 2004 stapte – de inmiddels overleden – Yiannis Stamoulis namens alle slachtoffers naar de Italiaanse rechtbank. Hij maakte daarbij gebruik van het recht om de zaak te laten behandelen in een ander Europees land waar Duitsland eigendommen of inkomsten heeft.
Bloedbad van Distomo
Op 10 juni 1944 vond één van de grootste gruweldaden van de nazitroepen in Griekenland plaats. In twee uur tijd werden 218 inwoners (ongeveer een kwart van de totale bevolking) van Distomo, een dorp in Centraal-Griekenland, gedood als represaille voor een eerdere aanval van Griekse partizanen op drie Duitse soldaten.
Leden van de Waffen-SS gingen ieder huis in Distomo langs en vermoordden iedereen die binnen was. Vooral vrouwen, kinderen en ouderen werden gedood. Veel mannen bleven gespaard omdat ze op het moment van de aanval op het land aan het werk waren. Na de vergeldingsactie brandden de Duitse troepen het dorp plat.
- 10 juni 1944: Het bloedbad van Distomo
- Die zerstörten Leben von Distomo
- Foto’s: Overlevenden herdenken het Bloedbad van Distomo
- Haunting Images from the Nazi Massacre at Distomo
Meer lezen over de nazi-bezetting van Griekenland?
Bestel “Inside Hitler’s Greece” van Mark Mazower bij Bol.com