Na een lang en fel debat heeft het Griekse parlement de begroting voor volgend jaar goedgekeurd. Het is de eerste begroting sinds het land niet meer onder streng toezicht van de schuldeisers staat.
Sinds 2010 leenden de eurolanden 288 miljard euro aan Griekenland, in drie opeenvolgende programma’s. In augustus kwam er een formeel einde aan het laatste steunprogramma. Dat betekent dat Griekenland weer zelf kan beslissen over de begroting, al blijft het land nog wel onder extra toezicht staan.
De Griekse economie is na 9 jaar recessie weer voorzichtig aan het groeien. Dit jaar groeide het bruto binnenlands product (bbp) met 2,1 procent. De begroting voor 2019 gaat uit van een groei met 2,5 procent.
Ook verwacht de regering van premier Tsipras dat de werkloosheid aan het eind van 2019 gedaald is tot 16,7 procent. De overheidsschuld nam dit jaar toe tot 335 miljard euro of meer dan 180 procent van het bbp, maar zou volgend jaar weer moeten zakken tot 167,8 procent. De beslissing om opnieuw te snoeien in de pensioenen, werd teruggedraaid.
Van de 300 parlementsleden stemden er 154 voor de begroting, 143 stemden tegen. Alle parlementsleden van de oppositie stemden tegen, op één na. Yiannis Saridis van de Unie van Centristen stemde vóór de begroting.
Kyriakos Mitsotakis, leider van de grootste oppositiepartij Nea Dimokratia, zei dat zijn partij tegen ‘de regering van belastingen, onaanvaardbare nationale compromissen, schandalen en gevestigde belangen’ stemde. Volgens Mitsotakis is de begroting niet geloofwaardig en niet op groei gericht.
[…] Parlement stemt in met begroting voor 2019 […]