Samaras: ‘Verkiezingswinst Syriza catastrofaal’

Als er vervroegde verkiezingen komen en het eurosceptische linkse Syriza zou winnen, dreigt er een ‘rampzalige terugval in de economische crisis’. Dat heeft premier Samaras gezegd.

Morgen stemt het Griekse parlement over een nieuwe president. Oud-minister Stavros Dimas (Nea Dimokratia) is de enige kandidaat. Hij heeft in de eerste twee stemrondes, op 17 en 23 december, 200 stemmen nodig om de nieuwe president te worden. In een eventuele de derde ronde, op 29 december, zijn 180 stemmen voldoende.

De regeringscoalitie van Nea Dimokratia en Pasok heeft slechts een kleine meerderheid (155 van de 300 zetels) in het parlement. Om de benodigde meerderheid te krijgen, zoekt de regering steun bij kleinere partijen en onafhankelijke parlemetariërs. “Om te zorgen dat het land stabiel blijft”, aldus Samaras.

Als die benodigde meerderheid niet wordt gehaald, moeten er nieuwe parlementsverkiezingen worden uitgeschreven. En daar zit de premier helemaal niet op te wachten. In de opiniepeilingen gaat oppositiepartij Syriza namelijk aan de leiding.

Met Syriza-leider Alexis Tsipras aan de macht, dreigen de verworvenheden van de afgelopen jaren te worden verkwanseld, meent Samaras. Het vooruitzicht van vervroegde verkiezingen in Griekenland joeg beleggers schrik aan en zorgde voor een crash van de beurs in Athene.

Tsipras wil dat de Griekse schulden worden kwijtgescholden en het strenge Europese regime waaraan het land is onderworpen wordt beëindigd. Ook wil hij de salarissen weer verhogen tot het niveau van voor de crisis, ontslagen ambtenaren weer in dienst nemen en privatiseringen terugdraaien.

Eerder gaf Europese Commissie-voorzitter Jean-Claude Juncker al een stemadvies aan de Grieken. Hij waarschuwde voor ‘grote problemen’ als ze de ‘verkeerde’ partij aan de macht brengen.

“Ik neem aan dat de Grieken heel goed weten wat een verkeerde verkiezingsuitslag zou betekenen voor Griekenland en de eurozone. Ik zou gewoon niet willen dat extremistische krachten aan de macht komen”,  dreigde Juncker.